Koolstofmonoxide (CO) is een levensgevaarlijk gas dat ontstaat bij onvolledige verbranding van bijvoorbeeld aardgas, hout of benzine. Het is vooral zo gevaarlijk omdat het niet te ruiken, proeven of zien is. Daarom wordt het ook wel de stille sluipmoordenaar genoemd. Koolmonoxide wordt 250 maal sneller in het bloed wordt opgenomen dan zuurstof. Een kleine hoeveelheid koolmonoxide in de lucht leidt al snel tot bewusteloosheid en zelfs tot de dood als er niet snel wordt ingegrepen.
Koolstofmonoxidevergiftiging herkennen: de symptomen
Er zijn een aantal signalen die bij u een alarmbelletje moeten laten afgaan. Bijvoorbeeld gasvlammen die oranje of gelig in plaats van blauw branden en ramen die beslaan. Of als u klachten heeft zoals vermoeidheid, hoofdpijn, verwarring, misselijkheid en hartritmestoornissen. Vaak denken mensen bij deze klachten niet aan koolstofmonoxidevergiftiging.
Wat te doen bij CO-vergiftiging:
- Zet ramen en deuren wijd open. Er moet zo snel mogelijk frisse lucht binnenkomen.
- Schakel het desbetreffende toestel uit en schakel de gastoevoer af.
- Waarschuw en help anderen die in de woning aanwezig zijn.
- Evacueer slachtoffers uit de kamer.
- Ga naar buiten en bel 112 voor hulp
Voorkom koolmonoxide vergiftiging
De oorzaak van koolmonoxidevergiftiging is meestal een slecht onderhouden open geiser, gaskachel of cv-ketel én te weinig ventilatie of een gebrek aan de rookgas/luchttoevoer. Voorkom vergiftiging door koolmonoxide en laat uw installatie jaarlijks nakijken en onderhouden via een onderhoudscontract.
Installeer een koolmonoxidemelder
Installeer een koolmonoxidemelder in elke kamer waarin een apparaat staat dat brandstof verbruikt. Het is aanbevolen ook melders in de slaapkamers te installeren en in de kamers waarin u veel tijd doorbrengt, zoals de woonkamer of bijvoorbeeld keuken. Het is raadzaam om de koolmonoxidemelder op ongeveer 1,5 meter hoogte in de kamer op te hangen. In de slaapkamer wordt vaak het advies gegeven de melder ter hoogte van het nachtkastje op te hangen. Plaats de melder altijd op de aanbevolen plek die de voorschriften van de melder aangeeft.